expositie jaap egmond 2013 |
Tekst Jan Verhoeven |
DE WERELD VAN JAAP EGMOND Ontdekt en mateloos bewonderd door Jan Verhoeven, verzamelaar en eigenaar van 50 werken
Op een zaterdagmorgen in april 1997 las ik De Telegraaf en ontdekte een kleine foto van een mij onbekende man, JAAP EGMOND, naast een foto van een kunstwerk in een mij onbekend museum, Museum Het Rondeel, in Rhenen. Serendipiteit, een gelukkig toeval. Ik besloot te gaan kijken, tenslotte ligt Rhenen niet zo ver van mijn woonplaats Woudrichem. Het was een absolute verrassing. Het antwoord op een vraag die in elke verzamelaar verborgen zit en waar een verzamelaar, zonder de formulering van de vraag te kennen, altijd naar op zoek is. En als dat onverwachte antwoord plotseling voor hem staat maakt dat meteen een groot enthousiasme los. Dat enthousiasme is nog ongedefinieerd, kent nog weinig woorden en heeft nog geen achtergrondkennis waarop het zich kan baseren. Daarover maakt hij zich dan geen zorgen; die invulling komt vanzelf tijdens het kijken en ontdekken. Ik was nog het meest geďnteresseerd in de roestvrijstalen beeldhouwwerken, in alle opzichten anders dan wat ik op dat gebied had gezien. Die intrigeerden als driedimensionale composities, opnieuw als antwoorden op een vraag die nog niet eerder gesteld was. Dat intrigerende bracht me al snel bij de vraag: Wie is JAAP EGMOND? En zo kwam ik terecht bij zijn zoon met dezelfde naam. Het werd me gelijk duidelijk dat het zijn vader, ruim 80 jaar oud toen, niet zo goed ging, dat hij aan het einde van zijn leven was als kunstenaar, met een atelier dat al jaren niet meer gebruikt werd en dat leeggeruimd moest worden. Ik was toen zelf 69 en had begrip voor het onafwendbare uiteinde van mijn eigen leven. Tegelijkertijd was dat waarschijnlijk ook de reden dat ik met zijn kunst te maken wilde hebben. Ik kocht en kreeg werk vanaf zijn academietijd, las door hem geschreven lesboeken over de moderne kunst, kreeg een idee hoe zijn leven in elkaar had gezeten en waarom hij dat zo had vorm gegeven. JAAP EGMOND was overtuigd van het grote belang van de beeldende kunst voor de hedendaagse samenleving en hij zocht voor zichzelf een eigentijdse bijdrage daarin. Die vond hij niet in zijn eigen grote talent voor de figuratieve kunst. Dat grote talent blijkt uit zijn tekeningen in zijn academietijd, van 1933 tot 1937. Voor hem was dat ondanks alle bijval geen reden om er mee verder te gaan. Hij besloot te gaan studeren en les te gaan geven. Gedurende 30 jaar maakte hij prachtige en interessante lesboeken en zocht zelf naar wat voor hem van belang zou kunnen zijn in de eigentijdse kunst en welke relatie tussen de kunst en samenleving hij wilde belichten. Het werd wetenschap en kunst, wiskunde in de beeldende kunst. De verbeelding van wat wiskundigen zelf zeggen: mooie formules zijn niet alleen belangrijk; je kunt er op verder bouwen. Voor ons, degenen die dat niet onmiddellijk kunnen zien, maakte JAAP EGMOND zijn composities. In een techniek die verwarring deed ontstaan met de Nul-beweging (1960-1965). Daarbij onderscheidt JAAP EGMOND zich duidelijk door het veel grotere kijkplezier dat hij veroorzaakt. Later gaat hij kleur gebruiken, ook toegepast in architectuur. De passagiers van de sneltram tussen Amsterdam en Amstelveen kunnen er nog dagelijks van genieten. JAAP EGMOND is het voorbeeld van en grote creatieve persoonlijkheid, die gesteund door eigen research en het uitproberen van mogelijkheden nieuwe oplossingen vindt. Die de eigentijdse schoonheid ontdekte door ideeën vast te leggen in een groot aantal schetsboeken, die elk voor zich kunstwerken van een zoekende creatieve geest zijn. Daarom vergelijk ik hem met de Nederlandse internationaal beroemde wiskundige L.E.J. Brouwer (1881-1966), die de intuďtieve wiskunde uitvond. JAAP EGMOND is voor mij de kunstenaar die de resultaten laat zien van een recente uitspraak van Miranda July, filmregisseur, actrice, schrijfster, beeldend kunstenaar en muzikant: “Creativiteit is het geloof in het onbekende”. |